Laurent BakkerInterview Laurent Bakker, voorzitter VKB

De VKB bestaat twintig jaar. De vereniging heeft niet alleen gezorgd voor een beter bodembeheer, maar ook voor een uitvoerbaar bodembeleid, zo vertelt VKB-voorzitter Laurent Bakker.

Laurent Bakker werkt al meer dan 25 jaar bij ingenieursbureau Tauw. Zijn huidige functie is directeur bodem en grondwater. Hij studeerde hydrologie & waterbeheer en bodemfysica aan de Universiteit van Wageningen. Bakker begon bij Tauw in de waterhoek, maar werd vooral actief op gebied van de bodem. Hij was jarenlang hoofd van een afdeling die zich bezig hield met bodemsanering, vooral voor de industrie. Sinds 2003 is hij bij Tauw ook verantwoordelijk voor de internationale business ontwikkeling op gebied van bodem. Sinds zes jaar is Bakker voorzitter van de Vereniging Kwaliteitsborging Bodembeheer (VKB), waar hij in 2006 binnenkwam als algemeen lid. ‘Ik loop al een tijdje rond in de bodem,’ aldus Bakker.

Wat heeft de VKB afgelopen 20 jaar bereikt?

‘We hebben veel bereikt. De VKB begon in 1996 met het professionaliseren van de branche. De VKB startte eerst voor haar eigen leden met het ontwikkelen van werkprotocollen voor het waarborgen van de kwaliteit van milieutechnisch bodemonderzoek en het vastleggen van afspraken, die later op nationaal niveau zijn vastgelegd voor alle bedrijven in Nederland. In 2000 is samen met het ministerie van Milieu de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer opgericht. Het SIKB beheert de beoordelingsrichtlijnen en protocollen waar bodembedrijven aan moeten voldoen om hun werk te kunnen uitvoeren. We hebben dus aan de basis gestaan van het certificeren en registreren van mensen die werkzaamheden in het kader van bodemsanering mogen uitvoeren.’

Waarom was het nodig om het bodemonderzoek te verbeteren?

‘In de jaren negentig stond de bodembranche behoorlijk onder de loep. Men vroeg zich af hoe die bodembedrijven werkten. De VKB heeft gezorgd voor een kwaliteitsslag in bodembeheer, waardoor een basis werd gelegd voor gesprekken met andere partijen. We hebben gewerkt aan de kwaliteit in de hele keten, niet alleen bij de bodem adviesbureaus, maar ook met aannemers, bevoegd gezag en opdrachtgevers. Daarmee hebben we ook bereikt dat we een aanspreekpunt zijn voor de overheid, het SIKB en handhavers. We staan midden in het netwerk.’

Wat zijn de hoogtepunten in de afgelopen 20 jaar?

‘Het eerste hoogtepunt was het oprichten van het SIKB, dat de beoordelingsrichtlijnen en protocollen opstelt om te komen tot een kwaliteitsborgingsysteem. Een ander hoogtepunt is dat de VKB wordt gezien als een serieuze partner. Niet alleen voor het SIKB, maar ook voor de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (ILT), dat toezicht houdt, en het ministerie van Infrastructuur en Milieu, waarmee we samen symposia hebben georganiseerd over de toekomst van de certificering, om vertrouwen te krijgen en te houden tussen overheid en de branche van bodemspelers.’

‘Een derde hoogtepunt is dat we als VKB in gesprek zijn met opdrachtgevers over aanbesteding en inkoop. We doen dat via constructief overleg, zodat de opdrachtgevers inzien hoe ze het beste kunnen inkopen zodat ze ook de beste kwaliteit krijgen, en niet alleen gaan voor de laagste prijs. Daarover zijn we met opdrachtgevers in gesprek, en samen boeken we daarin goede resultaten. Dat gaat bijvoorbeeld over aanbestedingen, die minder goed zijn verlopen. In gesprekken komen we er met opdrachtgevers achter dat het beter had gekund, door te letten op de diverse criteria. Gemeenten staan daar gelukkig open voor.’

‘Als VKB hebben we ook voor gezorgd voor uitvoerbaar beleid, door in gesprek te gaan met de overheid over wet- en regelgeving. In het begin was er het Bouwstoffenbesluit, dat aangaf hoe om te gaan met bodem als bouwstof, door het te gebruiken als ondergrond voor een weg of als afdekgrond. Later is die wet veranderd in het Besluit Bodemkwaliteit. Sommige onderdelen uit de wet waren niet altijd makkelijk uitvoerbaar. Als sparring partner hebben we verbeterplannen aangedragen, waardoor de wet praktisch en hanteerbaar werd. Daarmee hebben we bijgedragen aan de uitvoerbaarheid van de wetgeving.’

Op welke zaken ben je het meest trots?

‘Ik ben het meest trots op de kwaliteitsverbetering in de hele bodemketen. Het certificeren, registreren, en toepassen van de BRL-richtlijnen zijn natuurlijk maar een middel, maar dit heeft wel bijgedragen aan het doel, namelijk het verbeteren van de kwaliteit in bodembeheer. Die verbeteringsslag is de afgelopen twintig jaar echt wel geslagen.’

Wat zijn de uitdagingen voor de komende tijd?

‘We staan nu aan de vooravond van een nieuwe verbeteringsslag in de kwaliteitsborging. Ook daarin willen we voorop lopen. We zijn nu bezig met het certificeren van producten en processen, maar we willen naar het certificeren van het managementsysteem. Dat zie je ook in de theorie van kwaliteitsborging: je begint vaak met het certificeren van producten en processen, maar op gegeven moment, als er vertrouwen is in de markt, wil je op het niveau van het managementsysteem certificeren. Dan kijk je meer naar ISO 9001-achtige processen, waarbij je meer wordt beoordeeld op hoofdlijnen, omdat je de producten en processen goed georganiseerd hebt. Die slag willen we ook gaan slaan met de overheid. Dat is de uitdaging voor de toekomst.’